Foto Simon Soesan
Twee van onze kinderen wonen bij ons in de buurt: beiden een straat van ons af. Niet dat we elkaar elke dag zien. De kleinkinderen komen soms langs, eens in de week, op vrijdag, proberen we allemaal samen te eten en dat lukt wel.
Maar nu is het oorlog.
De hemel boven ons wordt meerdere malen per dag (en nacht) verstoord door gevechtsvliegtuigen, raketten uit Libanon, luchtalarm en ook het afweergeschut van onze Iron Dome. Het leven is dus nu al meer dan week iets anders: er is geen school, je mag met hooguit 10 man samen zijn, je moet in de buurt van een schuilkelder blijven – in feite gaan we dus nergens heen. Zelfs wat inslaan bij de buurtsuper is een heel gedoe, omdat je de hele tijd moet luisteren voor het geval dat het luchtalarm weer afgaat.
Onze schoonzoon is net te oud voor reservedienst en wordt niet meer opgeroepen. OInze oudste dochter, zijn vrouw en moeder van 4 jongens, is ondanks haar leeftijd opgeroepen om reservedienst te doen op 42 jarige leeftijd en heeft daarin toegestemd, daar de oproep ging om vrijwillige toestemming, vanwege haar leeftijd. Onze zoon is nog niet opgeroepen, maar mag niet naar zijn werk en werkt dus van huis. Ze hebben drie kinderen, inclusief een meisje van 3 maanden oud.
In kort: onze schoonzoon, die ook van huis werkt, kan niet tegelijkertijd op zijn 4 jongens letten, waarvan er drie via de Zoom les krijgen van school. Onze zoon heeft twee kinderen die niet naar de kleuterschool mogen, dus wat doe je? Je beroept je op opa en oma.
Elke dag hebben we zes kleinkinderen over de vloer: drie kleuters en drie schoolleerlingen. Op ons balkon hebben we een opblaaszwembad geplaatst, waar de drie kleintjes heerlijk in kunnen spartelen, vaak onder het genot van een waterijsje. Hun favoriete spel is daar opa natspuiten met waterpistolen die opa en oma hen verstrekten. Ook wordt er getekend, gekleid en films gekeken.
Klinkt pastoraal natuurlijk, maar u vergeet de achtergrond: terwijl we al deze activiteiten hebben, razen de straaljagers door de lucht, gaat het luchtalarm af in de omgeving (niet bij ons), worden er raketten uit de lucht geschoten en horen we de knallen van de inkomende raketten. Gezelligheid kent geen grenzen. Aan de kleintjes verstellen we dat het leger aan het oefenen is. De grotere jongens (9, 11 en 13) kunnen we dat niet verkopen. En zitten er niet lekker mee.
Dus moet je ze laten praten. Luisteren. Ik kan ze niet zeggen dat er niets aan de hand is, dat er weinig kans is dat we een voltreffer op ons huis zullen krijgen: ze horen, lezen en zien het nieuws en begrijpen dat wij door Hezbollah en Hamas ter dood zijn veroordeeld, dat er in de wereld tegen ons gedemonstreerd wordt en dat de diverse regeringen er weinig aan doen. Ze vragen zich af wat zij/wij verkeerd gedaan hebben, waarom zoveel mensen ons dood willen.
Mijn antwoord geeft ze geen troost, maar wel uitleg: wij zijn hier voor een reden. Geen domme regering en geen wrede vijand die dat kan veranderen. Geen liegende media die dat kunnen verbergen. Wij zijn hier voor een reden: teruggekeerd naar het land van onze voorvaderen hebben we van dit droge, stoffige en dorre land iets moois gemaakt. We kregen in 1947 ons nationaal recht en daarmee is de kous af: we gaan nergens heen. En mochten er onder ons enkelen zijn, die denken in Europa of Amerika een beter, veiliger en rustiger leven te kunnen leiden, dan respecteren we dat met een zwaar hard, omdat we al weten wat hun te wachten staat: grof antisemitisme, geweld en geen of amper bescherming van de overheid. Ze zullen het helaas moeten ervaren dat het buitenland geen leger stuurt om hun te beschermen. En dat ze er alleen voor staan.
Ondertussen hebben wij dagelijks 6 lieverds over de vloer, die deze dagen met twee handen aanpakken omdat bij oma en opa alles kan, alles mag en oma heerlijk kookt. De kleintjes proberen te begrijpen wie nu bij opa op de knie mag en wanneer ze weer een koekje van oma kunnen bietsen. De grotere jongen kunnen bijna onbeperkt op hun mobieltjes staren – mijn liefje wat wil je nog meer.
Het zijn geen gemakkelijke dagen, maar we zullen er allemaal nog naar verlangen.
Een ander zal het wel gepast vinden jullie sterkte te wensen in deze moeilijke dagen, maar ik doe niet aan virtue signalling, Het lijkt me eerder water naar de zee dragen, want jullie zijn al zo verdomd sterk. Jullie hebben alles in huis om dit te overleven en elke dag van ellende wordt dat alleen maar meer.