'Een kleine moeite' want Joden voelen zich niet veilig meer in Nederland, een column van Marcia van Gelderen
- Marcia van Gelderen
- 2 dagen geleden
- 3 minuten om te lezen

Screenshot video.
‘Joden zijn veilig in Nederland’, aldus staatssecretaris voor rechtsbescherming Teun Struycken (NSC) naar aanleiding van het zoveelste pro-Palestina protest op de Dam begin april. Er werd een Israëlische vlag verbrand, ‘From the river to the sea’ schalde over het plein net als ‘all zionists out’, en de Soera Al-Fil uit de Koran werd luidkeels geroepen. De sfeer was grimmig, geladen.
De politie stond erbij en keek ernaar. Niemand greep in.
Begrijpelijk eigenlijk, mijmerde ik vanuit mijn leunstoel. In Nederland is het immers een groot goed dat politieagenten gewetensbezwaren mogen hebben. Ze hoeven Joden dus niet te beschermen als ze dat lastig vinden en kunnen zo openlijk sympatiseren met demonstranten.
Zo democratisch zijn we hier, we lopen daarmee echt voorop ten opzichte van vele andere landen in Europa, zoals bijvoorbeeld Duitsland.
Ik dacht terug aan de uitspraak van de staatssecretaris: dat wij Joden veilig zijn in Nederland. En ik moest hem gelijk geven. We worden immers niet weggevoerd in veewagens. We mogen reizen met het OV, al ga ik eerlijkheidshalve niet vaak meer met de trein vanwege de intimiderende pro-Palestina protesten op stations. We hoeven geen persoonsbewijs te dragen met daarop een J. En ja, er was een Jodenjacht in Amsterdam in november, maar dat is toch écht iets anders dan een pogrom. Bovendien: we moeten ook naar onszelf durven kijken en niet die arme scooter jongens en taxichauffeurs meteen overal de schuld van geven. Die Joodse voetbalsupporters waren echt geen goed volk want ze hebben nota bene het lef gehad een pro-Palestinavlag te vernielen. Dan vráág je in Amsterdam om problemen.
Gelukkig klinkt mijn achternaam niet Joods, zoals die van mijn moeder. En ik zie er ook niet opvallend Joods uit met mijn donkerblond geverfde haar en blauwe ogen – geërfd van mijn niet-Joodse vader, wiens saaie Hollandse achternaam nu mooi van pas komt. Een Joodse kennis vertelde me dat ze haar achternaam regelmatig verbasterd om narigheid te voorkomen en zegt dat die Grieks is. We moesten erom lachen – hoe vindingrijk je wordt in deze tijden.
In mijn huis is geen Joods symbool meer zichtbaar en dat was een kleine moeite. Gewoon even opruimen was al voldoende.
De antieke Chanoeka Kandelaar verdwijnt in het dressoir zodra er bezoek komt. Dat vind ik jammer want het is een prachtig erfstuk uit de familie van mijn moeder. Toen een buurvrouw onverwachts langs kwam en hem zag, vroeg ze: ‘Ben je Joods?’ ‘Ja’, zei ik. ‘De buren van nummer 18 zijn het ook’, antwoordde ze. Ik zweeg. Sindsdien haal ik, voor de zekerheid, de Chanoeka Kandelaar toch maar alleen met feestdagen tevoorschijn.
De Israëlische vlag ligt opgeborgen in de voorraadkast, die neem ik alleen nog mee naar beveiligde demonstraties. Mijn Davidsster? Die draag ik alleen zichtbaar op Joodse bijeenkomsten. Als ik naar de dokter of naar yoga ga, doe ik hem af.
Mijn ramen zijn afgeplakt met ondoorzichtig plastic. Mijn islamitische buren posten openlijk antisemitische propaganda op LinkedIn. Dat kan blijkbaar tegenwoordig. Dus mijn tip is gewoon even afplakken die ramen. Er zijn regelmatig goede aanbiedingen bij de Gamma.
Op mijn werk wist voorheen bijna niemand dat ik Joods ben. Nu weet ineens iedereen het, al weet ik niet hoe. Zelfs iemand van de receptie sprak me erop aan. Mijn oplossing is pragmatisch. Ik ga gewoon even niet meer lunchen in de kantine en eet op mijn kamer.
Dat is wel zo rustig en ik kan nog even wat achterstallig werk wegwerken.
Het is een kleine moeite om veilig Joods te zijn in Nederland.
Ik bedank de minister, burgemeesters, de politici en de staatssecretaris dan ook van harte.
Dankzij hun goede zorg voel ik me veilig.
Comments