Georges Bensoussan. Foto Wikipedia
Historicus Georges Bensoussan zag een dramatische stijging van Jodenhaat in Frankrijk. Let wel, “vanwege dezelfde lieden waarvoor wij eens uit Marokko vluchtten". "Islamistische terroristen en criminelen kiezen in Frankrijk bewust Joodse slachtoffers uit.”
Als zesjarige arriveerde Bensoussan in 1958 in Parijs. Samen met zijn ouders en nog vier kinderen. Alle Franse staatsburgers, Marokkaanse Joden. Arabische vrienden waarschuwden de vader van Bensoussan voor het gevaar dat zijn dochters ontvoerd konden worden. De reden om de wijk te nemen en als gezin een nieuw bestaan in Frankrijk op te bouwen, geheel berooid en al.
Shoa- en Zionisme-expert Bensoussan ontdekte later tijdens archiefonderzoek hoe juist dat verstrekkende besluit van zijn vader was geweest. “Ik vond rapporten over ontvoerde Joodse meisjes, die gedwongen werden zich te bekeren tot de islam en met moslims te trouwen.”
In een uitvoerig interview met de Zwitserse krant NZZ (25 januari 2024) neemt de auteur van het briljante boek “Die Juden der arabischen Welt – Die verbotene Frage” zowel de actualiteit als het (recente) verleden onder de loep.
Tegenwoordig verblijft Bensoussan grotendeels in Israël. Maar op die vreselijke pogrom dag van 7 oktober was hij in Parijs. Dat Hamas tot dit bloedbad in staat was, verraste hem. “Echter niet dat Hamas zoiets zou doen, wanneer zij daartoe de middelen had. Ik heb nooit aan een pacificering van Hamas geloofd, omdat zij een islamistische beweging is. Het zijn radicale vijanden die het ergste doen, wanneer zij dat kunnen.” Bensoussan verwijst naar andere, eerdere massamoorden in de Arabische wereld. “Vaak herken je daarin hetzelfde patroon als van 7 oktober.”
Aan vrede gelooft de historicus niet meer. Op dit ogenblik is zijns inziens slechts één ding van belang: een agressor tegenhouden. Daarvoor is een sterke Israëlische staat nodig, met een sterk leger. “De Israëlische staat is wel voor tientallen jaren gedoemd in de schaduw van een bedreiging te leven, onder de paraplu van het leger." " Dat is een triest perspectief, maar ik zie geen ander.”
Bensoussan onderbouwt zijn visie door te wijzen op de vreugdevolle reactie onder de Palestijnse bevolking op de massamoord van 7 oktober. Dat kun je niet als een bijzaak afdoen. “Als een samenleving, ten minste een deel daarvan, van de wens bezield is de buren te zien verdwijnen, bestaat er geen uitzicht op vrede." De tweestatenoplossing is een illusie. Het Arabische Palestina heeft al vijf keer dergelijke plannen afgewezen. Degenen, die vandaag het lied van de “twee staten” aanheffen, zijn naïef of cynisch, of wat waarschijnlijker is, "onwetend van de geschiedenis.”
Vanzelfsprekend kwam in het gesprek met de NZZ de Joodse ontvolking van de Arabische wereld aan de orde. Tenslotte het thema van een van Bensoussans laatste boeken. Twintig jaar geleden stelde hij zich een eenvoudige vraag: waarom zijn de Joden uit de Arabische wereld verdwenen? Voor de Tweede Wereldoorlog woonden daar immers rond een miljoen Joden en vandaag de dag nog ongeveer 4.000. En zelfs in islamitische, niet-Arabische landen als Turkije en Iran zijn slechts minuscule Joodse gemeenschappen overgebleven.
Dankzij uitvoerig bronnenonderzoek kwam Bensoussan tot de conclusie dat niet het Arabisch-Israëlische conflict de oorzaak was van de Joodse exodus, zij het wel een versneller van dit proces. Maar de diepere oorzaak was de religieus gemotiveerde ontrechting van de Joodse gemeenschappen onder moslimgezag. Sinds de late zevende eeuw waren Joden daar letterlijk onderdanen/ondergeschikten ofwel “dhimmi’s”, die nog erger dan de christenen leden onder vernederingen, chicanes en pogroms. Met de kolonisering van Arabisch gebied veranderde de maatschappelijke positie van de Joden. Zij emancipeerden zich, ook dankzij westerse schoolsystemen. “Zij verwesterden”, legt Bensoussan uit, “en door dat te doen, stelden zij zich in de ogen van hun vroegere onderdrukkers op tegen het islamitische recht. Ze golden als verraders en symbolen van de westerse wereld die in de Arabische wereld bewonderd en gehaat werd. Het conflict rond Israël overkoepelende dat alles in een later stadium. Dat resulteerde in een explosieve cocktail.”
Punt is, zo benadrukt Bensoussan, dat in de Arabische wereld de Joden als minderwaardige wezens werden beschouwd. Zolang de Joden hun onderwerping en permanente vernedering als “dhimmi” accepteren, is alles in orde. Echter, wanneer Joden daartegen in verzet komen, dan is het oorlog. “Deze rebellie heeft de Arabische wereld de Joden tot op heden niet vergeven.”
De these dat Hitler het antisemitisme naar de Arabische wereld exporteerde, wijst de expert dan ook af. Jodenhaat was er al, vaak in combinatie met haat tegen het Westen. Toen de nazi’s in 1933 aan de macht kwamen in Duitsland, zochten veel Arabische nationalisten toenadering, vooral de leiders van de Palestijnse beweging. Vanaf 1937/38 ging het “Derde Rijk” interesse tonen voor de Arabieren.
“De racistische passages over Arabieren, die Hitler in Mein Kampf” had geformuleerd, werden in Arabische uitgaven geschrapt. Hitler heeft het antisemitisme dus niet geëxporteerd, maar die alleen een racistisch, biologisch stempel verleend, dat deze Jodenhaat oorspronkelijk niet bezat”, legt Bensoussan uit.
Intussen leeft in het Midden-Oosten en dan met name in Gaza de bewondering voor de Führer voort, onderstreept Georges Bensoussan: “Sinds Israëlische soldaten in oktober in Gaza interveniëren, treffen zij Hitler-posters aan en computers met beeldschermen waarop het gelaat van Hitler prijkt. Om over de schoolboeken maar helemaal te zwijgen, daar wordt de hoofdverantwoordelijke voor de Holocaust als een held voorgesteld.”
Vanaf het midden van de jaren negentig van de twintigste eeuw zag Bensoussan de Jodenhaat groeien in Frankrijk. “Toentertijd begreep ik dat een deel van de naar Frankrijk geëmigreerde bevolking vanuit Noord-Afrika een reservoir van haat vormt, dat op een dag zal exploderen.”
Vanaf het begin van onze eeuw waarschuwde Bensousson in publicaties voor het grote gevaar van Arabisch/islamitisch antisemitisme in Frankrijk. Dat werd hem bepaald niet in dank afgenomen (‘racisme’) en leidde zelfs tot een proces plus vrijspraak. Tegenwoordig wordt deze Jodenhaat weliswaar niet meer zo fel geloochend, maar heerst er in de media nog altijd de tendens de dingen fout te benoemen. Heel puntig vat de historicus dat samen: “Men veroordeelt het antisemitisme, maar men benoemt niet de antisemieten.” Media zwaaien bij voorbaat met “extreem rechts” om “de realiteit in Frankrijk te versluieren”.
Bensoussan is ervan overtuigd dat de meerderheid van de Fransen heel diep anti-islamistisch is ingesteld. Zij wordt echter niet gehoord. “Zij bespeurt dat Frankrijk aan hetzelfde gevaar is blootgesteld als Israël: het islamisme dat in “Bataclan” heeft gemoord, een priester heeft onthoofd, 86 mensen in Nizza heeft gedood alsmede de redactie van “Charlie Hebdo. De media weerspiegelen dit Frankrijk vaak niet. Ze zijn gestempeld door een cultureel, intellectueel verarmd links.”
Dat links in Frankrijk moslims beschouwt als de “nieuwe Joden” in eigen land, leidt Bensoussan tot een haarscherpe observatie: “Dat is een absurde parallel". De Joden vormden altijd een nietige minderheid. In Frankrijk maken ze hooguit 0,6 procent van de bevolking uit. Het aantal moslims ligt veel hoger. Schattingen lopen uiteen van zes tot negen miljoen. Men kan niet meer van een onbeduidende minderheid spreken. Daarenboven: waarom willen miljoenen moslims naar Europa komen, wanneer Europa zozeer van racisme en islamofobie is doordrenkt? "Hebt u weleens van Joden gehoord die in 1936 naar Duitsland wilden emigreren?”
Intussen hebben, aldus Bensoussan, de laatste twintig jaar 100.000 Joden Frankrijk achter zich gelaten. Zo’n 70.000 mensen gingen naar Israël. Naast een gevoel van bedreiging speelden daarbij ook religieuze motieven. Bensoussan spreekt van een “rejudaïsering”, de wens in de Joodse staat “een volkomen Joods leven” te kunnen leiden.
Op de verschrikkingen van 7 oktober volgde wereldwijd in plaats van een golf van medeleven een golf van haat jegens Joden. “Een explosie van antisemitische gewelddaden”, registreert Bensoussan voor Frankrijk. Dat veroorzaakt een vloed aan aanvragen voor emigratie naar Israël. Komt er een dag in Frankrijk zonder Joden? “Een rest zal blijven”, voorziet hij. De laatste zin van Bensoussan blijft haken: “Wij bewegen ons naar een gemeenschap die onzichtbaar wordt.” Nu al worden mezoeza’s van deuren verwijderd, worden keppels verborgen of zelfs niet meer gedragen…
Valt het antisemitische tij nog te keren in Frankrijk, in Europa? Ondanks zijn sombere prognose reageert Bensoussan daar toch positief op: “In de politiek kan men een neergang altijd tegenhouden." Is het daarvoor te laat? Ik geloof het niet, in zoverre er de bereidheid is de dingen bij de naam te noemen en ze te bestrijden.”
Naschrift: Georges Bensoussan spreekt van een “explosie van antisemitische gewelddaden” in Frankrijk. Hoe waar zijn woorden zijn, blijkt uit de cijfers die de koepelorganisatie van Joodse instellingen in Frankrijk (Crif) donderdag 25 januari vrijgaf: in 2023 vonden 1676 antisemitische aanvallen plaats tegenover 436 in 2022. Een ontstellend record. Vooral sinds de terreuraanval van Hamas op Israël op 7 oktober 2023 steeg het aantal antisemitische delicten spectaculair. Voor de maanden oktober, november en december werden 1242 voorvallen van Jodenhaat officieel (!) gemeld. Ongeveer even veel als in de drie voorgaande jaren. De president van Crif, Yonathan Arfi, zei bij de presentatie van de verbijsterende cijfers dat het betreurenswaardig is dat vooroordelen tegen Joden niet meer fundamenteel weersproken en scherp veroordeeld worden. “Dat leidt tot een banalisering van het antisemitisme”, voorziet Arfi.
Bas Belder, historicus
Ondanks het in Frankrijk zo sterk toenemend antisemitisme zouden er volgens de journalist Hans Knoop in diens recente gesprek met Joop Soesan, slechts 40.000 Franse Joden permanent naar Israel verhuist zijn in tegenspraak tot de persberichten die spreken over 'een stortvloed' van Joodse immigranten.