top of page
  • Bas Belder

'Geluid tegen Jodenhaat moet buiten de huiskamer gaan klinken', zegt voorzitter van de Joodse gemeenschap in Limburg in gesprek met Bas Belder Amanda Kluveld

Synagoge Maastricht


De voorzitter van de Joodse gemeenschap in Limburg, Ernst Jehoeda de Reus, heeft voor de Nederlandse overheid en haar burgers een indringende boodschap: heropleving van antisemitisme is altijd een vroege waarschuwing geweest voor een aanval op de vrijheid zelf. “Want ook al begint het met Joden, uiteindelijk bedreigt het ons allemaal.” Dus: overheden optreden tegen Jodenhaat!


Een lid van de Joodse gemeenschap in Nederland merkte onlangs op: “Ik ben zelf niet bang en poets voor de gelegenheid maar weer een oud Jiddisch gezegde op: 'Z’ist schwer tsu saijn a Jid'.


Het is zwaar om een Jood te zijn in Nederland… Herkent u zich daarin?

Ernst Jehoeda de Reus: Het is een interessant Jiddisch gezegde. Ik herken mij daar deels wel en deels niet in. We leven in een moeilijke periode. Joden hebben door de eeuwen heen heel moeilijke tijden doorgemaakt en toch houden Joden vast aan hun cultuur en religie.

 Ja, het is niet altijd makkelijk om Jood te zijn. Het Jodendom heeft ook veel mooie dingen te bieden en is dus heel verrijkend. Dat compenseert voor mij de moeilijke periodes. In die zin past 7 oktober 2023 in een trend die zich voordoet sinds het ontstaan van het Jodendom.  De Joodse samenleving is natuurlijk op zijn kop gezet na 7 oktober, maar het maakt Joden ook strijdbaar. Er zijn natuurlijk Joden die misschien hun Joodszijn liever verbergen en misschien liever even geen Jood zouden willen zijn. Ook dat is van alle tijden. Bij de uittocht uit Egypte wilden heel veel Joden liever niet mee de woestijn in en achterblijven in Egypte, omdat zij zich niet veilig voelden en zich zorgen maakten om het onbekende.

Ik denk dat ieder op zijn eigen wijze met deze situatie omgaat. Wel is duidelijk dat Joden zich niet meer naar de slachtbank laten leiden. We hebben een eigen Staat en dat is voor de diaspora- Joden een vluchthaven, mocht het in Europa echt uit de hand lopen. Weerstand geeft ook kracht. Het maakt mij in ieder geval strijdbaar en ook meer bewust van mijn Joodse identiteit. 


Hoe zou u de veiligheidssituatie van de zeer kleine Joodse gemeenschap in Limburg momenteel kenschetsen?

Ernst Jehoeda de Reus: Natuurlijk is er sprake van een verhoogde dreiging. We zijn meer alert als er bezoekers komen. We vragen nu altijd om een ID vooraf en dan worden de antecedenten gecheckt. Dat heeft alles te maken met 7 oktober. 

We hebben onze interne veiligheidsmaatregelen tegen het licht gehouden. Overigens bij veiligheid geldt: de mensen zijn de zwakste schakel. Ik verbaas mij wekelijks dat mensen vergeten het hek dicht te doen of de deur open laten staan. Het vertrouwen op Hasjem is één, maar Hasjem heeft je ook hersens gegeven om na te denken. Ik heb goed contact met de politie en die probeert ons ook echt te helpen.

Ik heb wel de indruk dat het in het zuiden van het land iets rustiger is dan in Amsterdam, Rotterdam en Utrecht, maar dat baart mij tegelijkertijd ook zorgen. Er moet geen sfeer ontstaan in het zuiden van: alles is rustig, we kunnen de beveiliging wel minder serieus nemen. Je moet niet de zwakste schakel zijn in de keten. 


Speelt pro-Palestijnse agitatie op de Universiteit Maastricht daarbij soms ook een aanjagende/complicerende rol?

Ernst Jehoeda de Reus: De pro-Palestijnse agressie speelt zeker een rol. Zeker waar het gaat om Joodse studenten. Die hebben hier veel last van. Voor ons betekent dat ook extra inspanningen om zaken in goede banen te leiden. 

Ik vind ook dat het beleid van de universiteit ten aanzien van dit conflict volledig is ontspoord. Hebben we nog bestuurders met een ruggengraat bij universiteiten? Ook een aantal linkse docenten speelt hierbij een kwalijke rol. In elk ander bedrijf zou je eruit vliegen.

Bestuurders hebben door slap acteren de boel onnodig uit de hand laten lopen. Amsterdam was wel het meest treffende voorbeeld, maar ook in Maastricht was het pappen en nathouden. Een collegelid van de UvA dat met een gemaskerde demonstrant om de tafel zat, was wel het failliet van universitair Nederland. Ik vond het een gotspe.

Het organiseren van deze pro-Palestijnse demonstraties gebeurt vaak door professionele activisten die blijkbaar in staat zijn een hele groep meelopers te organiseren die niet of nauwelijks kennis hebben van de situatie. Zorg dat die organisatoren worden aangepakt.

Ik erger mij ook aan de discussie of universiteiten wel of geen contact mogen hebben met Israëlische universiteiten. Het is bizar. We worden dagelijks geconfronteerd met demonstraties tegen Israël. Instituties, zoals de VN, spelen hierin een dubieuze rol door vooral de focus te leggen op Israël en niet op schurkenstaten, zoals Iran, Libië etc. Er wordt geen onderscheid gemaakt tussen Israël en Joden die hier wonen. Elk Jood wordt beschouwd als een zionist. Sommige universiteiten zijn broeinesten van antisemitisme.

Kortom, de wijze waarop Israël wordt aangepakt is disproportioneel en kwalijk. Ik zie het als een vorm van antisemitisme dat er latent altijd was, maar nu onder het mom van antizionisme of veronderstelde genocide komt boven drijven. Israël mag zich volgens sommigen verdedigen, maar dan wel met de handen op de rug. Anderen vinden dat de Joden maar moeten vertrekken naar Europa of de VS. Hamas, een kloon van IS en aangestuurd door de schurkenstaat Iran, doet alles wat met elk internationaal verdrag in strijd is, maar komt er zonder problemen mee weg. Zelf de lhtbq-groepen steunen Hamas, terwijl zij bij binnenkomst in Gaza direct vermoord zouden worden. 


Uit andere Joodse gemeenten in Nederland hoor je van onderduikgedrag (verwijdering mezoeza’s; geen menora’s in vensterbanken, geen Joodse namen meer voor pasgeborenen). Is daar evenzeer sprake van in uw Joodse gemeenschap?

Ernst Jehoeda de Reus: Ik weet dat mensen wel meer alert zijn, maar ik heb nog niet gehoord dat mensen hun mezoeza van de deur hebben verwijderd. Veel mensen lopen bij ons niet zichtbaar Joods over straat. Een petje over de kippa, tzitziet in de broek. Dan val je niet direct op. Ik denk dat het dus ook voor een deel gepercipieerde onveiligheid is. Je ziet demonstraties op TV, de meest verschrikkelijke zaken op social media en dat geeft een gevoel van onveiligheid, maar is natuurlijk nog geen fysieke bedreiging. 

Het onderwerp antisemitisme komt natuurlijk vaker aan de orde dan voor 7 oktober. Er worden ook allerlei bijeenkomsten georganiseerd tussen verschillende groepen om met elkaar in gesprek te blijven. Het is ongetwijfeld goed bedoeld, maar het leidt af van het werkelijke probleem. De kern van het antisemitisme wordt niet benoemd. In 2018 legde professor Koopmans in een hoorzitting het al haarfijn uit. Ik citeer: “Antisemitische opvattingen komen in alle bevolkingsgroepen voor. Zij zijn echter bijzonder sterk verbreid onder moslims, waar antisemitisme geen randverschijnsel is, maar een grote minderheid of zelfs de meerderheid kenmerkt. Bovendien blijkt uit onderzoek een duidelijke samenhang met religiositeit: onder de religieuze moslims en in het bijzonder onder degenen daarvan die een fundamentalistische geloofsopvatting aanhangen, is het antisemitisme veel sterker verbreid – in de orde van grootte van 60-70% - dan onder niet-praktiserende of seculiere moslims.”

Ik verwacht dat het aantal nu nog veel hoger is. Ik zeg niet dat voor de komst van moslims Nederland vriendelijk was voor Joden, maar na de veel te snelle verandering van de samenstelling van de bevolking is er duidelijk sprake van een toename. 


Er zijn Joodse gemeentes in Nederland die doordeweekse “therapeutische praatavondjes” organiseren. Mensen kunnen zo hun verhaal kwijt. Dat wordt erg gewaardeerd. Hoe kijkt u tegen zo’n initiatief aan en gebeurt dat ook in Limburg?

Ernst Jehoeda de Reus: Bij ons wordt er voor of na de dienst wel over gesproken. Aan therapeutische avondjes is tot op heden geen behoefte. Wat wij wel proberen, is om de onderlinge contacten tussen de Israëliërs die in Limburg wonen en de Nederlandse Joden te intensiveren. We zijn allemaal Joden en we kunnen als grotere groep ook beter een vuist maken naar de autoriteiten. Daarbij hoort ook het verzamelen van relevante data. 

Er zijn gemeenten in Limburg die wel therapeutische avonden organiseren. Bijvoorbeeld Roermond doet dat. Daarbij gaat het dan vooral om het samenbrengen van het maatschappelijk middenveld. Ik waardeer deze initiatieven, maar ik geloof niet dat dit echt effect gaat hebben op de onderlinge relaties. Met sommige groepen zijn de relaties al goed en met anderen zullen die niet beter worden. 


Als voorzitter van de Joodse gemeenschap in Limburg onderhoudt u de contacten met de autoriteiten, waaronder die met de politie. Wat zijn uw bevindingen op dit cruciale vlak?

Ernst Jehoeda de Reus: Wij houden frequent contact met de gemeente, provincie en de politie. Die relaties zijn goed. De lijntjes zijn kort. We hebben ook veel plezier van het feit dat de honorair consul van Israël in Maastricht woont. Hij heeft ook een groot netwerk, waar we dankbaar gebruik van maken. Bijvoorbeeld als het gaat om de inzet van de politie, wordt er altijd gekeken naar oplossingen voor beveiliging van diensten en feestdagen.

Ik realiseer mij heel goed dat de politie te maken heeft met tekorten en dus ook keuzes moet maken. Ik heb echter nooit het gevoel dat wij op de laatste plaats komen. Onlangs was ik met mijn vrouw voor een korte vakantie in Porto en wij gingen daar naar de synagoge. Ook daar stond uitgebreid politie voor de deur. Het grote verschil met Nederland is wel dat de synagoge in Porto zelf voor de kosten opdraait. Ik ben positief over de bijdrage van de autoriteiten aan onze veiligheid. 


Ontvangt de Joodse gemeenschap in Limburg ook meeleven, meedenken van niet-Joodse zijde en hoe uit die empathie zich concreet?

Ernst Jehoeda de Reus: Wij hebben steun van diverse groepen. Naast het feit dat we vaak van wildvreemde mensen adhesiebetuigingen ontvangen of kinderen die tekeningen opsturen, hebben we ook een goede band met de katholieke kerk. In Limburg kennen we de Resonansgroep, een samenwerking van Joden en katholieken. We organiseren onder meer de dag van het Jodendom, maar ook andere lezingen. Ook bijvoorbeeld met het seminarie Redemptoris Mater hebben we heel goede contacten. Dat zijn mensen met het hart op de goede plaats.


In ons land wordt de Joodse gemeenschap al maandenlang geconfronteerd met puur verwerpelijke en bedreigende publieke uitingen van Jodenhaat. Niets minder dan de rechtsorde is in het geding. Wat is uw visie en vooral uw hartenwens, en bepaald niet louter voor de Joodse gemeenschap in het land?!


Ernst Jehoeda de Reus: Jodenhaat is van alle tijden. Antisemitisme is eigenlijk geen ideologie. Het is in feite een eindeloze stroom van tegenstrijdigheden. De beste manier om het te begrijpen, is om het als een virus te zien. De schrijver Amos Oz merkte op: in de jaren dertig riepen antisemieten: 'Joden naar Palestina'. Tegenwoordig roepen ze: 'Joden uit Palestina'. Antisemieten willen niet dat wij daar zijn; ze willen niet dat we hier zijn; ze willen niet dat wij er zijn. 

Ik heb zes wensen:

  1. Voorop wens ik dat álle door Hamas nog gegijzelden nu eindelijk vrijkomen.

  2. Ik hoop dat de discussie over het bestaansrecht van Israël snel de wereld uit is. Internationale organisaties en landen moeten glashelder zijn over het bestaansrecht van Israël. Internationale organisaties dienen boven de partijen te staan en dat ontbreekt nog wel eens.

  3. Antisemitisme was er, is er en zal er waarschijnlijk altijd zijn. Heropleving van antisemitisme is altijd een vroege waarschuwing geweest voor een aanval op de vrijheid zelf. Want ook al begint het met Joden, uiteindelijk bedreigt het ons allemaal. Dat betekent dus dat overheden zich niet alleen op papier moeten uitspreken tegen antisemitisme, maar dat zij er ook naar moeten handelen en daar schort het naar mijn mening ernstig aan. Ik verwacht van de Nederlandse overheid dat mensen die antisemitische uitingen doen, worden opgepakt en vervolgd. Hoewel het recht van demonstratie een groot goed is, mag het niet ten koste gaan van de veiligheid van anderen. Die grens is in Nederland te vaak bereikt of overschreden. Joden in Nederland moeten zich veilig voelen en als zij met kippa over straat willen, moet dat ongestoord kunnen. 

  4. De politiek moet niet om de feiten heen draaien en benoemen welke groepen de belangrijkste oorzaak zijn van de bedreiging van Joden en andere groepen in de samenleving. Het is nooit een probleem om extreemrechts als een gevaar te bestempelen, maar de islam wordt het liefst vermeden.

  5. Hopelijk doen de mainstream media eens aan introspectie. De berichtgeving is “biased” en van een bedenkelijk niveau.

  6. Ik heb de hoop dat de grote, altijd stille, middengroep in de samenleving zich ook eens mengt in de discussie. Als ik op verjaardagen mensen spreek, zijn ze allemaal klaar met pro-Palestijnse demonstraties, maar verder dan de huiskamer komt het geluid niet. Stilzitten als je geschoren wordt, kan soms een goede strategie zijn, maar we hebben nu te maken met agressieve groepen die een gevaar zijn voor de democratie in Nederland en dat raakt uiteindelijk niet alleen Joden. Niets doen is geen optie.

Amanda Kluveld en Bas Belder (historici) stelden de vragen


587 weergaven1 opmerking

1 comentário


P Bakker
P Bakker
30 de jul.

Hier ligt ook een taak voor de kerken om op het antisemitisme te wijzen maar helaas durven ze niets te zeggen uit angst voor het linkse kerkbestuur (pkn) en de overheid is kampioen in wegkijken zelfs het nieuwe kabinet heb ik niet gehoord


Lafhartige houding van beide instanties

Curtir
bottom of page