ds. Ton van der Wekken
Op 6 oktober 2023 bezocht ds. Ton van der Wekken met twee leden van zijn gemeente uit Dokkum het vernietigingskamp Auschwitz. “Dan word je stil, heel stil. Woorden schieten tekort”, vertelt hij. Hij dacht bij zichzelf dat dit nooit meer zou kunnen plaatsvinden. De volgende morgen werd de predikant opgeschrikt door het nieuws over de massamoord die Hamas aanrichtte op Israëlisch grondgebied. Bas Belder sprak voor IsraelNieuws.nl sprak met Van der Wekken over ‘onze oudste broer’, Israël en het Joodse volk in oorlogstijd.
Wie is ds. Ton van der Wekken?
Van der Wekken: Ik ben geboren in 1962 en opgegroeid op een boerderij in de Noordoostelijke Polder. Het is een prachtig gebied met ruimte. Wanneer ik door de polder rijd, dan voel ik me weer helemaal thuis. Sinds 1986 getrouwd met Meta. Samen hebben we 6 kinderen en 7 kleinkinderen. De kleinzonen wonen in Nederland en de twee kleindochters wonen in Canada. Helaas is een van de kleinkinderen vlak na de geboorte overleden. Dat was en is nog steeds een groot verdriet. Toch geloven we dat onze Levi al Thuis is. Sinds 1990 ben ik dominee. De laatste jaren ben ik dominee van de Christelijke Gereformeerde Kerk te Dokkum. En Dokkum is een stad met een geschiedenis. Bovendien een prachtig plekje om te wonen.
Wat betekent de Joodse staat en het Joodse volk voor u persoonlijk en als theoloog?
Van der Wekken: Mijn ouders hebben ons als kinderen opgevoed met liefde voor God en Zijn volk. Er werd en wordt ook vaak voor Israël gebeden. Nog steeds. Wij zijn opgevoed met de Bijbelse boodschap dat God trouw is en blijft aan het volk Israël. Het is Zijn volk. In het Nieuwe Testament wordt de kerk ook het volk van God genoemd, maar nooit als vervanging van Israël. De kerk is dus niet in de plaats van Israël gekomen. Dan denk ik aan wat Paulus schrijft over het beeld van het geënt worden op de olijfboom. Dat beeld maakt duidelijk dat de heidenvolken door het geloof aan Israël worden toegevoegd.
Hoe krijgt deze overtuiging bij u persoonlijk en kerkelijk handen en voeten?
Van der Wekken: Het maakt mij bescheiden. Het is en blijft genade dat het Evangelie van Gods rijke genade ook mij en ons heeft mogen bereiken. En omdat wij niet in de plaats van Israël zijn gekomen is het goed om dat ook in het onderwijs en de verkondiging mee te nemen. Het komt aan op luisteren en leren. Wij kunnen veel leren van onze ‘oudste broer’. Bij het begrijpen van het Oude Testament hebben wij het Nieuwe Testament nodig. Maar omgekeerd is ook nodig. Zonder de beloften van God in het Oude Testament als achtergrond is het Nieuwe Testament niet goed te begrijpen. We zullen samen moeten luisteren naar het Woord van de levende God.
Van een meelevend kerklid, met het hart op de goede plaats voor Israël en de Joodse gemeenschap in ons land, kreeg ik dit bericht: “Bij mijn ouders wordt er in de kerkdienst niet of nauwelijks voor Israël gebeden." Toen mijn vader ernaar vroeg bij een kerkenraadslid zei hij dat dat in de consistorie wordt gedaan. Er lijkt ook wel angst te zijn om kleur te bekennen.” Herkent u deze situatie? Hoe ligt dat in uw gemeente?
Van der Wekken: Ik herken het hier en daar wel. Ik probeer meer dan regelmatig voor Israël te bidden. Dit is overigens makkelijker gezegd dan gedaan, want je wilt recht doen aan de situatie. Het is zo verschrikkelijk wat er allemaal gebeurt en er wordt door zeer velen zeer veel geleden. Vaak bid ik om vrede voor Jeruzalem en om de vrede van de Vredevorst die alle verstand te boven gaat. Alleen God Zelf kan voor openingen zorgen. Dat is en blijft dan ook mijn gebed.
Zijn de kerken in Nederland niet veel en veel te stil over stuitende openlijke Joden- en Israël haat? Maar dat geldt in feite toch voor de gehele Nederlandse samenleving?!
Van der Wekken: Het is pijnlijk om te zien dat het soms zo stil blijft. Het is verschrikkelijk om te zien dat de Joodse gemeenschap in Nederland en ook in andere landen zich door de toename van antisemitisme onveilig voelt. Het is zelfs zo dat een deel van hen niet meer durft uit te komen voor de Joodse identiteit. Dat is onacceptabel. Zeker in een land dat zich tolerant noemt. Helaas is niet iedereen die zich tolerant noemt werkelijk tolerant. Wij mogen niet zwijgen. Het zou zomaar kunnen zijn dat we de ernst van de situatie niet zien. Het zou ook met angst te maken kunnen hebben. In ieder geval mogen we niet zwijgen. De geschiedenis heeft ons geleerd dat het zwijgen van de meerderheid grote gevolgen kan hebben. Ik denk aan de Tweede Wereldoorlog. Laten we niet alleen over tolerantie spreken, maar het ook werkelijk zijn. Tolerant naar de mensen en intolerant tegen geweld en antisemitisme en andere soorten van haat. Laten we niet zwijgen, maar spreken. De liefde van God en de geestelijke verbondenheid met Zijn volk dringen ons daartoe.
Hoe verklaart u de aanhoudende desinformatie over de Gaza-oorlog in de Nederlandse media? En waar blijft een helder kerkelijk antwoord?
Van der Wekken: Persoonlijk denk ik dat er een geestelijke strijd plaatsvindt. En daar zitten we middenin. Er zullen keuzes gemaakt moeten worden. Willen we God dienen of niet? Jezus heeft ook Zelf gezegd: ‘Wie niet voor Mij is, die is tegen Mij’. Dat raakt mij telkens weer. Niet iedereen ziet het als een geestelijke strijd, maar dat is het wel. Het is de strijd tegen God en Zijn volk. Die strijd is er altijd geweest en zal er ook blijven. Ook in de kerken merk je dat niet iedereen op hetzelfde spoor zit. Daarom is het niet gemakkelijk om een helder kerkelijk antwoord te geven. Voor de één zeg je te veel en voor de ander zeg je te weinig. Dat maakt het allemaal zo complex.
Welke wensen koestert u als predikant voor de houding van de kerken in Nederland tegenover de Joodse staat en het Joodse volk? Wordt daaraan momenteel ook concreet gewerkt? Soms in nadrukkelijke samenwerking met Joodse instanties?
Van der Wekken: Ik denk dat we als kerken veel moeten bidden om de vrede voor Jeruzalem. Er wordt over zoveel zaken gesproken, maar het bidden om de vrede (shalom) hoor je bijna niet. Terwijl God een God van vrede is die werkelijk voor harmonie kan zorgen. Laat dat ons gebed zijn. Er is contact met verschillende organisaties. Door verschillende contacten probeer ik duidelijk te maken dat er geen plaats voor antisemitisme kan zijn in ons land. Daarbij is het ook van belang dat we niet meegaan met de massa, maar werkelijk proberen om erachter te komen wat er nu werkelijk aan de hand is. Vroeger zei mijn opa: ‘Het is waar omdat het in de krant staat.’ Dat is helaas nu niet meer het geval. Wil je werkelijk wat leren over de situatie, dan zul je meerdere bronnen moeten aanboren en aanhoren. Dat kost tijd en energie, maar geeft je wel een evenwichtiger en eerlijker beeld.
Die vreselijke dag van 7 oktober 2023, die inktzwarte pogrom van Hamas op weerloze Israëlische burgers, hoe staat die in uw geheugen gegrift? Intussen lijkt deze lijdensdag voor het Joodse volk in het publieke domein te zijn vergeten, of erger nog, te worden uitgewist… Graag uw reactie.
Van der Wekken: Begin oktober 2023 kwam ik met twee gemeenteleden terug van een werkbezoek in Oekraïne. Omdat we op de terugweg door Polen reden, hebben we ook Auschwitz bezocht. Dat was vrijdag 6 oktober. Wanneer je door Auschwitz loopt, dan word je stil, heel stil. Onvoorstelbaar wat er allemaal gebeurd is. Woorden schieten tekort. Het ene verhaal is nog pijnlijker dan het andere. Joden, Roma’s en nog vele anderen die om het leven zijn gebracht omdat ze anders waren. Het doet me veel wanneer ik deze woorden op het papier typ. Het is niet anders. En ik dacht bij mijzelf dat dit nooit meer zou kunnen plaatsvinden. De volgende morgen werd ik opgeschrikt door die vreselijke terroristische aanslagen van Hamas in Israël. Ik ga ermee naar bed en ik sta ermee op. Zoveel slachtoffers en nog steeds zijn er ouderen, jongeren en kinderen die gegijzeld worden. Het blijft me bezighouden en het brengt mij telkens tot het gebed: 'Here, laten ze gauw bevrijd worden en laat het gauw vrede worden.’ Zoiets kun je niet vergeten en zoiets mag je niet vergeten.
Bas Belder (historicus) stelde de vragen.
Comentarios