Terwijl de raketten inslaan, terwijl het leger zich klaarmaakt om Hamas te neutraliseren, terwijl miljoenen naar de schuilkelders moeten rennen en terwijl we ons zorgen maken over de gijzelaars in Gaza – gebeuren er heel wat unieke dingen in ons land. Dingen die laten zien dat we – ondanks onze interne discussies – één zijn als volk.
Langs de grensweg in het noorden, waar tanks, kanonnen en nog ander militair materieel staat, worden soldaten gratis geknipt door kappers, die hun zaak dicht gooiden om te helpen. Er zijn diverse huwelijken voltrokken in legerkampen. Israël laat weer zien dat we elkaar weten te steunen en op elkaar kunnen rekenen.
In elke stad, in vele wijken, zijn inzamelingsacties georganiseerd. Iedereen die 2-4 kilometer van de noordelijke en zuidelijke grens woont, moet inpakken en wegwezen en is ondergebracht in kibboetsiem, hotels en ook privé bij mensen thuis. Velen uit het zuiden kunnen nergens naar terug en hebben niets meer. Dus kleding, speelgoed, voedsel, snoep, shampoo etc. worden ingezameld en doorgestuurd naar de behoeftigen. Opeens zijn al die mensen, die tot voor enkele weken demonstreerden en hartstochtelijk discussieerden, verenigd en werken schouder aan schouder om het leven van de getroffenen wat beter te maken.
Artiesten komen voorbij, vaak lopen ze onaangekondigd ziekenhuizen binnen en zingen wat voor de gewonden (meer dan 4.000 gewonden hebben we tot nu toe) of geven een korte stand-up.
Maar niet alleen hier in Israël zijn mensen betrokken bij het ondersteunen van de diverse slachtoffers – uit het buitenland komen cadeaus, opladers voor mobieltjes, kleding en andere geschenken.
Tussen al deze activiteiten heen gaat het identificeren van de in stukken gehakte en verbrande lichamen door: een langzaam proces, waarbij zelfs de meest ervaren personen in shock raken van wat ze zien – en begrijpen. Elke dag komen er meer namen naar buiten, elke dag zijn er meer begrafenissen. Volledige families zijn beestachtig vermoord of ontvoerd, het houdt niet op.
Maar ook komen de kleine verhaaltjes naar buiten van mensen die ongelooflijke heldhaftige dingen hebben gedaan: een Bedoeïen die met zijn wagen heen en weer reed op die zwarte zaterdag om gewonden te redden. Onder zwaar vuur van de Hamas-beesten redde hij meer dan 30 mensen van een vreselijk lot.
Een jonge soldaat van 18 jaar oud, amper in dienst, die een handgranaat zag landen tussen zijn kameraden en erbovenop sprong om zijn kameraden te redden. Hij overleefde het niet – al zijn kameraden wel.
Een reserve-generaal die zijn wapen pakte op die zaterdag en naar het zuiden reed om zijn kleinzoons van het vredesfeest te redden en onderweg een telefoontje kreeg van een vriend die hem vertelde dat ook zijn zonen daar zaten. Deze generaal dacht geen twee keer, pikte een paar soldaten op onderweg en samen met hen schoot hij tientallen terroristen neer en haalde zijn kleinzoons en de zonen van zijn vriend weg, terwijl ze onder vuur lagen. Daarna bleef hij nog even en hielp meer terroristen hun afspraak met 72 maagden te halen.
Een gepensioneerd stel die vijf terroristen in hun huis kregen: de vrouw begon de terroristen te overtuigen dat ze even moesten eten (een Joodse moeder of niet?) en gaf ze te eten, terwijl ze slim bij het raam met haar vingers naar het leger seinde hoeveel man er in haar huis zaten en waar ze zaten. Terwijl ze haar koekjes gaf, seinde ze dat het leger nu kon invallen – alle terroristen werden doodgeschoten en de rest van de koekjes gaf ze aan de soldaten. Ze is nu een “celebrity”, haar koekjes worden een merk in een supermarkt – hoe gek kan het gaan.
Een paramedicus die in haar eentje 27 terroristen neer knalde, terwijl ze ook gewonden hielp.
De verhalen blijven naar buiten komen, terwijl we weer luchtalarm hebben, naar de schuilkelder moeten, waar we elkaar vragen of iemand wat nodig heeft – ja, de heftige discussies van enkele weken geleden zijn gestopt.
Niet dat we geen vragen stellen. Het hoofd van onze binnenlandse veiligheidsdienst deelde in een brief mede dat hij alle verantwoordelijkheid voor dit debacle op zich neemt. “Ondanks onze inspanningen is het ons niet gelukt deze klap te voorkomen." Ik ben het hoofd van deze organisatie, ik ben verantwoordelijk.”
Woorden die we niet horen van onze premier, maar toch komen er langzamerhand ministers die het toegeven. De minister van onderwijs zei: "We hielden ons bezig met kleinigheden, met onzin en we hebben gefaald.” Ook andere ministers komen langzaam met gelijke verklaringen naar buiten. Niet dat het iets oplost, maar ware leiderschap laat zich kennen door fouten toe te geven.
Enkelen op het vredesfeest verborgen zich op die vreselijke dag in een vuilniscontainer. Diep onder het vuilnis lagen ze te trillen van angst. Een meisje kon niet meer na drie uur en moest frisse lucht hebben. De terroristen zagen haar en sproeiden de container met kogels. Een ander meisje was de enige overlevende, met drie kogels in haar lichaam. Plotseling was er een hand, nog een hand en iemand trok haar eruit. Een Arabier. Ze was zeker dat het einde nabij was. Maar hij sprak Ivriet en kalmeerde haar, terwijl er een ambulance kwam. Hij was, zoals vele van onze Arabische burgers, van Magen David, de Israëlische versie van het Rode Kruis. Hij was gewoon een Israeli.
Een oorlog heeft vele definities. Een bekende is “Je weet hoe je erin gaat – je weet niet hoe je eruit komt.”
Wat we wel weten is dat we hier, in ons eigen land, goed voor elkaar weten te zorgen.
Reden om opgewekt te zijn.
Comments