Screenshot YouTube ter illustratie
Onze buurvrouw is een heel goede vriendin van ons. Vorige week ontving ze een brief van de gemeente. Een paar dagen later zou voor haar deur een kleine ceremonie plaatsvinden. Er werden Stolpersteine geplaatst voor de familie die daar in de oorlog heeft gewoond. Onze niet-Joodse vriendin had uiteraard geen enkel bezwaar, integendeel. Maar toen ze het me vertelde vond ik het toch enigszins eigenaardig. Niet dat er struikelsteentjes werden gelegd, natuurlijk niet.
Maar eigenaardig was dat man, vrouw en 7-jarige zoon voor wie de herinnering was bedoeld daar weliswaar gewoond hadden, maar die woning al in 1939 verlieten. Om onbekende redenen besloot de familie samen te gaan wonen met de schoonouders in een groot huis in dezelfde buurt. De familie die in het huis naast ons erna ging wonen had dezelfde samenstelling, ook 3 mensen maar zij hadden een dochtertje dat in het begin van de oorlog 4 jaar was. Verwarring dus, voor wie werden de Stolpersteine gelegd?
Het straatje in Amsterdam-Zuid waar ik bijna mijn hele volwassen leven woon, was ooit bijna een Joodse straat. In de helft van de pakweg 100 woningen woonden Joden. Tot 1943, daarna niet meer. Een paar jaar geleden heb ik eens uitgezocht wie precies waar gewoond heeft. Mijn eigen huis op de tweede etage had Joodse bewoners. Als ik er zelf toen gewoond had, had ik Joodse onder- en bovenburen, Joodse buren links, Joodse buren rechts en Joodse buren aan de overkant. Kortom, de straat telde 45 woningen met Joodse families, zo verschillend als Joden nu eenmaal zijn, orthodox, liberaal en atheïst.
Mijn lijstje telt 144 namen, de jongste was een meisje van net 2 jaar toen ze werd gedeporteerd. Rachel heette ze. De oudste was een mevrouw van 84, net zo oud als ik nu zelf ben. Ze heette Sara. Mijn straatje zou geheel geplaveid kunnen worden met Stolpersteine. De hele buurt trouwens. Maar er zijn maar weinig nabestaanden die zo’n aanvraag kunnen of willen doen. Dat begrijp ik ook wel. Ik heb voor het huis van mijn eigen ouders in Scheveningen ook nooit een aanvraag gedaan. Misschien moet ik dat alsnog eens doen. Eens…
Mijn informatie over de straat waar ik al bijna 60 jaar woon haalde ik uit het onvolprezen Joodsmonument.nl. Na overleg met een aardige mevrouw van het Amsterdamse Stolpersteine-comité begreep ik dat de informatie op het digitaal monument niet altijd honderd procent correct is en dat er nog wekelijks kleine veranderingen in worden aangebracht. Het is tenslotte werk van goedwillende amateurs.
Daarom was besloten dat de steentjes toch voor dit huis werden geplaatst. Ze voegde er een argument aan toe dat eigenlijk veel beter was: de familie wilde het graag zo, en wie waren wij om het beter te weten? Bovendien werden op dezelfde dag ook steentjes gelegd voor het huis waar de schoonouders hadden gewoond.
Vorige week was de kleine plechtigheid. Ik stond met mijn keppel op tussen wat belangstellende niet-Joodse buren. Beetje onwennig, dat wel. Hoewel alle buren heus wel weten dat we een Joodse familie zijn, ben ik niet direct een keppel dragend type. Een familielid, speciaal uit Israël overgekomen, sprak mooie woorden. Ikzelf mocht ook iets vertellen over het verleden van de straat. Daarna werd Kaddisj gezegd. Het was een mooie kleine ceremonie, heel waardevol, niet meer en niet minder.
De reden dat ik dit vertel is omdat er tegenwoordig ook andere Stolpersteine worden neergelegd. Notabene in Amsterdam, de stad waarvan het grootste aantal joden is vermoord. Anonieme ratten haalden het in hun kop om een trottoir te betegelen met de tekst “No Zionists allowed”. Het behoeft geen betoog dat met zionisten eigenlijk Joden worden bedoeld. Dezelfde zieke geesten deden aan nog meer huisvlijt, ook voor de Rietveld Kunstacademie was dezelfde tekst te vinden. Nu op een deurmat. Daar is werk ingestopt. Ik stel me voor hoe deze misbaksels smullend van sadisme hebben nagedacht hoe zij de Joodse medeburger het hardst kunnen raken. Gezien de anti-Israël houding van de zich kunstacademie noemende Rietveld, komt de dader daar vandaan. Het moet daarom voor de politie een koud kunstje zijn om hem of haar op te pakken. Helaas, de politie heeft andere prioriteiten.
Gisteravond werd voor de zoveelste maal een terrein van de UvA bezet. Onze burgemeester ging praten met de gemaskerde bezetters. Het was (weer) een hemeltergende vertoning. Toegangen waren geblokkeerd, er werd voor duizenden euro’s schade aangericht en Femke vroeg vriendelijk of de in Hamakledij getooide bezetters alsjeblieft hun gezicht wilden laten zien. Dat werd geweigerd, wel mocht Femke het terrein betreden. Begeleid door de helft van de politiemacht die ze bij zich had. Met één agent dus, ze had er twee bij zich.
Bezetten is strafbaar. Antisemitisme is strafbaar. Bekladden en vernielen is strafbaar. Openlijk antisemitisme is strafbaar. In plaats van de onmachtige burgemeester had een peloton ME’ers de boel meteen moeten schoonvegen. De overheid gedoogt de antisemitische Jodenhaters met het argument dat Israël in Gaza disproportioneel geweld zou gebruiken. Voor de tigste maal, nooit, niks, nada over de dode en de nog levende Joodse gijzelaars. Bleef het maar bij gedogen, de overheid faciliteert het (vaak niet eens Nederlandse) schuim.
Het is meer dan hoog tijd dat de overheid werkelijk eens disproportioneel geweld zou gebruiken tegen dit Joden hatende geteisem. Een loze wens.
De SA marcheert. Het is 1938.
Een prachtig gebaar van de stolpenstenen instantie met het plaatsen van deze stenen.
Alleen jammer genoeg worden ze soms gestolen of vernield.