Foto Wikipedia
Enkele jaren geleden was ik uitgenodigd door de premier van de Duitse staat Hessen om een voordracht te geven in de stad Giessen.
Er zou een Israël-evenement worden gehouden in het gemeentehuis, waar een zaal voor 300 man was gehuurd. Toen ik enkele uren voor het evenement aankwam, werd ik via een achterdeur het gebouw ingeloodst. Mijn team begon met het ophangen van de Israëlische vlag en posters van Israël. Ik merkte meteen dat de medewerkers van het gebouw zelf er vreemd van opkeken. Echter toen de avond moest beginnen, waren alle medewerkers van de gemeente verdwenen, twee vlaggen waren we kwijt, de airco van het theater was afgesloten, de microfoons deden het niet en er was niemand om mee te praten. Zelfs de cafetaria was gesloten. Buiten zagen we meer en meer mensen die de gasten van de avond uitscholden.
Uiteindelijk begon de avond: zonder airco, zonder vlaggen, zonder microfoons maar met een vriendelijk publiek en een zeer boze premier van Hessen.
Ik moest hieraan denken toen ik vorige week in Nederland was voor een paar evenementen met betrekking tot Israël: het Israël filmfestival en enkele privé-diners. Het filmfestival werd gehouden in Tuschinski in Amsterdam, waar buiten en binnen politie en veiligheidsmensen patrouilleerden. Er kon niets gemeld worden, er mochten geen posters of vlaggen bij van de politie, het mocht niet geadverteerd worden. Het moest allemaal stiekem. Ook de diners waar ik was uitgenodigd waren bijna clandestien, en dat allemaal omdat het om Joden en Israël ging.
Tijdens gesprekken met diverse Joodse en niet-Joodse Nederlanders was het me duidelijk: er is angst. Angst om Jood te zijn, angst om openlijk Israël te ondersteunen. Toen ik tijdens een van de diners een telefoontje kreeg uit Israël en Ivriet moest spreken, verliet ik de zaal om buiten te praten. Daar kreeg ik een vervloeking van twee jongeren. Beter gezegd: van twee getinte jongeren, die begrepen dat ik ivriet sprak. “Want jullie hebben Palestina gestolen en plegen een volkerenmoord, man, jullie moeten allemaal de kanker krijgen,” was hun uitleg. Toen ik ze vroeg wanneer we dat allemaal gedaan hadden was het antwoord, “dat weet toch iedereen, man, jullie zijn moordenaars”.
Meer wisten ze niet en meer had ik niet nodig. Ik zag geen kans om het Midden Oosten conflict in Amsterdam met twee jochies op te lossen en ging weer naar binnen, onder gehoon van deze verse Nederlanders.
Men verteld mij dat het antisemitisme is gegroeid in de wereld, en ook in Nederland. Ik geloof dat niet. In mijn mening heeft het antisemitisme een stropdas gekregen. Men verpakt het onder het mom van “oprechte kritiek op Israel”. Wat er gebeurd is – is simpel: er is geen tegenstand meer tegen antisemitisme. Alles mag gezegd worden, bijna alles kan gedaan worden: je mag Joden uitschelden, bedreigen, je mag zelfs een rabbijn in elkaar slaan in een winkel, waarop de winkelchef de rabbijn verzoekt om de zaak te verlaten.
Er worden meer en meer grenzen overschreden en niemand waakt, niemand beschermt, niemand die er wat van zegt. Net zoals de totaal-van-de-pot-gerukte burgemeester van Amsterdam een demonstratie organiseerde tijdens de opening van het Holocaust museum in Amsterdam, zijn meer en meer politici blij met de nieuwe aanpak van Joden en proberen er politiek kapitaal uit te slaan. Het mag allemaal.
En ja, we hebben een probleem met onze regering in Israël, waar het logo “waar mogelijk – doe niets” het beste bij past. En dat zullen we oplossen want dit soort politiek siert ons niet, helpt ons niet en willen we niet. Of ‘we’ de meerderheid zijn zullen de volgende verkiezingen aanwijzen.
Ondertussen “genieten” wij in noord Israél van dagelijkse bombardementen, waarvan ik niets las of hoorde in de Nederlandse media. Ook het voedsel en medische bevoorrading, die wij naar Gaza sturen is niet van belang. We leven in een tijd waar de waarheid niet kan worden verteld en de leugens gretig worden afgenomen. Zoals ik al eerder schreef: het hele dorp beweerd dat je zus een hoer is – ga nu maar bewijzen dat je geen zus hebt.
1400 man werden op een dag, in 7 uren tijd, gedood, verkracht, verbrand, gemarteld en gefilmd. Dat vindt ‘de wereld’ onbelangrijk. De honderden terroristen die wij gevangen namen, hadden gedrukte instructies bij zich: “Als er tijd is – steel, als er meer tijd is, vernietig, als er nog meer tijd is – martel, is er nog tijd over – verkracht ze allemaal want dat is een legale weerstand tegen de bezetter. Mocht er nog meer tijd over zijn – verbrand ze levend, laat ze elkaar zien lijden allahu akbar."
Maar de VN, VS en EU willen onderzoeken of er genoeg te eten is in Gaza. Hetzelfde Gaza dat op 7 oktober in de straten danste, lijken verminkte, snoep uitdeelde. Hetzelfde Gaza dat op 11 september 2001 zich ook zo gedroeg uit blijdschap. De 1400 slachtoffers van het meest beestachtige gedrag dat ooit gefilmd is door de daders zelf, hebben geen recht op rechtvaardigheid. Ik hoorde zelfs van diverse mensen die het hoog tijd vonden dat deze pogrom plaatsvond.
Het antisemitisme heeft een stropdas gekregen. Met nette woorden werd mij uitgelegd dat Israel moet worden opgeheven, van de kaart geveegd moet worden. Ik werd zelfs voor oorlogsmisdadiger uitgescholden. Tijdens ontmoetingen met politici kreeg ik een keurige uitleg waarom Israël moet worden geannuleerd. Zelfs de vreselijke miskleun deze week waar vrijwilligers van een voedselkeuken om het leven kwamen, werd mij voorgehouden als een geplande actie, typisch voor Joden…eh excuseer… Israël.
En nee, ik ben niet geschokt. Ik ben bezorgd over de vele Joodse Nederlanders die nog steeds niet snappen dat de bordjes “Joden niet gewenscht” en “Koop niet bij Jooden” allang weer zijn opgehangen.
Mijn pa vertelde me vaak hoe, 90 jaar geleden, men dezelfde ervaring had en ook niet wilde geloven wat er zou gaan gebeuren. Er is al een rabbijn in elkaar geslagen. De volgende stap wordt een moord, waarna alle politici met serieuze gezichten zullen zeggen hoe erg het is, terwijl ze hun stropdas recht strijken.
Nee, er is geen toekomst voor Joden buiten Israël. In Israël zelf hoop ik – en velen met mij – op een Palestijnse staat. Niet vanwege wat de Palestijnen beweren – dat is nergens op gebaseerd – maar omdat het gewoon tijd is voor een Palestijnse staat. Het is maar een klein stukje land en niemand - noch wij, noch de Palestijnen - gaan ergens heen. Als het aan het volk zelf lag was dat morgen al klaar. Israëli's en Palestijnen kunnen het aardig goed vinden met elkaar. Het zijn de politieke en religieuze leiders die de boel versjteren. Met aan beide kanten allemaal nette mensen met stropdassen die het zo goed weten.
Misschien moet ik stropdassen gaan verkopen.
Een zeer verontrustende ontwikkeling.
Luister ook eens naar Suhoor stories op de NPO https://www.nporadio1.nl/uitzendingen/suhoor-stories/304d2925-092d-47c4-8949-3ffe386b59ff/2024-04-02-suhoor-stories