Foto Kobi Gideon / GPO
' Omdat vriendschap als deze ons hart nooit zal toestaan te vergeten. Liefde geheiligd met bloed zal opnieuw onder ons bloeien.'
Deze doordringende, pijnlijke woorden van Haim Gouri – de strijder en dichter van de generatie van de wedergeboorte (van Israël), herhalen zich keer op keer in ons hoofd terwijl we hier vandaag samenkomen om samen de moed van Yotam Haim, Samar Talalka en Alon te eren. Shamriz, moge hun nagedachtenis een zegen zijn.
Drie dappere Israëli's, wier lot met elkaar verweven was toen ze onder eigen vuur kwamen te liggen toen ze zichzelf probeerden te redden uit de moordzuchtige handen van hun ontvoerders. Met vastberadenheid, moed en uitzonderlijke wederzijdse inzet begonnen ze aan een missie om zichzelf te redden uit de “Valley of Death”, tegen alle verwachtingen in. Een reis die tragisch eindigde met hun dood op het slagveld. "Liefde geheiligd in bloed."
Dit ongelooflijke verhaal en het gruwelijke einde ervan scheuren ons hart aan flarden. De pijn, de frustratie, het totale verdriet – om wat had kunnen gebeuren, om de bittere wending die het nam, om de hoop die verpletterd werd – verteerde de ziel en het hart van een hele natie op die moeilijke vrijdagavond. De woorden ‘red ons’ geschreven op voedselverpakkingen, met overblijfselen van kracht, en de kreten van ‘gijzelaars’ weerklinken nog steeds in ons als de kreten van een hele natie die zo’n vreselijke ramp doorstaat.
Het verhaal van deze drie helden is in de eerste plaats een verhaal van opperste moed. Bovenal is het een meeslepend verhaal over de menselijke geest. De pijn en de pijn die zij ervoeren, Samar, Alon en Yotam, wekten een unieke moed in hen op: een moed die bewaard bleef voor de uitverkorenen. Een moed waarvoor ik een verlangen en plicht voelde om te erkennen, te eren en te erkennen namens de hele natie.
Drie Israëli's die niet op hetzelfde levenspad zijn geboren, blind en moorddadig met elkaar verbonden door het verschroeide kwaad van Hamas, om één lot te delen en daarom kozen ze ervoor om samen te vechten, uit het stof te herrijzen en al hun macht in de keuze te steken leven, als één man met één hart.
Geliefde families Shamriz, Talalka en Haim: jullie hebben zo'n diepe pijn doorstaan, lange nachten vol angst en zorgen over de veiligheid van jullie zonen, ademloze dagen vol gebed en hoop. En daarna volgden verwoestende dagen, crises, enorme schokken en verschrikkelijk verdriet toen het nieuws over hun dood bekend werd, toen de hoop hen ooit weer te zien de grond in werd geboord. Er is een enorme geestelijke kracht voor nodig om dit alles te verdragen. Als we jouw moedige optreden zien, is het voor ons allemaal duidelijk waar Yotam, Alon en Samar hun onvoorstelbare moed vandaan haalden, en waar ze hun kracht vandaan haalden.
Ik ben vervuld van hoop en gebed dat binnen deze pijn de geest van moed en veerkracht die Alon, Samar en Yotam hebben getoond, ook zal dienen om je te verzekeren dat er dagen van licht en vriendelijkheid zullen komen. We putten allemaal hoop uit de moed en de geest van uw dierbaren, en ik bid, wens, geloof en ben er zelfs zeker van dat u het zult verdienen om dagen van vreugde en geluk hier in ons geliefde land te zien.
Op dit cruciale moment vragen we om alle families van de gijzelaars, die al een half jaar in een aanhoudende, turbulente nachtmerrie zitten, in ons hart te omarmen. We huilen samen met hen. Het hart van een hele natie klopt in Gaza, een half jaar lang, en we vergeten nooit – geen moment – noch de families, noch de gijzelaars. Het verbond tussen de staat en zijn burgers verplicht ons om op alle mogelijke manieren te handelen, met creativiteit, vastberadenheid en moed om onze zonen en dochters terug naar huis te brengen.
Te midden van deze crisis, en in tijden van de meest uitdagende veiligheidssituatie, vraag ik om de IDF, de Shin Bet en alle veiligheidstroepen te versterken en te omarmen – onze zonen en dochters, die strijden op het meest complexe slagveld. Ik weet uit vele gesprekken met de soldaten dat het bevel in hun hart gegrift is: "breng de gijzelaars naar huis".
Beste families, op het erecertificaat dat ik – als president van de staat Israël – u vandaag uitreik, staat geschreven: “De staat Israël spreekt hierbij zijn diepe waardering uit voor de moed van Yotam, Samar en Alon, elk van wie, met grote moed en uitzonderlijke wederzijdse toewijding, handelde om zichzelf en zijn broers te redden van gevaar en gevangenschap, en met moed in het hart van het slagveld vielen. Wij zullen hun initiatief, vastberadenheid en unieke moed voor altijd in ons hart etsen getoond op de gevaarlijke en turbulente frontlinie, balancerend tussen gevaar en verlossing, tussen duisternis en licht, tussen gebondenheid en verlossing”.
Moge de herinnering aan Samar, Alon en Yotam van generatie op generatie in het hart van Israël worden gegrift en voor altijd in de band van het leven worden verbonden. En tegen de familie Talalka zeg ik: (in het Arabisch) Moge Allah genade hebben met Samar en hem de hoogste hemelen schenken, en moge Hij jullie troost schenken.'
Comments