Universiteit van Tel Aviv: Het jaarlijkse antisemitisme rapport wereldwijd over 2024. Het antisemitisme bleef aanzienlijk hoger dan vóór deze oorlog begon

Prof. Uryia Shavit. Foto Tel Aviv University

Aan de vooravond van de Holocaustherdenkingsdag publiceren het Center for the Study of Contemporary European Jewry en het Irwin Cotler Institute for Democracy, Human Rights and Justice, beide verbonden aan de Universiteit van Tel Aviv, het jaarlijkse Antisemitism Worldwide Report, dat zich richt op 2024.

Het 160 pagina's tellende rapport is opgesteld door elf onderzoekers. De jaarlijkse studie wordt al een kwart eeuw gepubliceerd en wordt beschouwd als het meest geciteerde en gezaghebbende document in zijn soort.

Volgens de hoofdredacteur van het rapport, prof. Uriya Shavit, "ligt het antisemitisme wereldwijd aanzienlijk hoger dan in de periode vóór 7 oktober. In tegenstelling tot wat vaak wordt gedacht, wijzen de bevindingen van het rapport er echter op dat de golf van antisemitisme niet gestaag toenam vanwege de oorlog in Gaza en de humanitaire ramp die daar plaatsvond. De piek lag in oktober-december 2023, en een jaar later werd bijna overal een scherpe daling in het aantal incidenten waargenomen. De trieste waarheid is dat antisemitisme de kop opstak op een moment dat de Joodse staat zwakker leek dan ooit en existentieel bedreigd werd."

Het rapport presenteert bijzonder alarmerende bevindingen met betrekking tot Australië, een land dat voorheen bekendstond om zijn geest van tolerantie en respect voor minderheden. De "Executive Council of Australian Jewry" registreerde een recordaantal van 1.713 antisemitische incidenten in 2024, vergeleken met 1.200 in 2023. Het aantal incidenten in 2023 was bijna drie keer zo groot als in 2022. Terwijl er tussen oktober en december 2024 in Australië 478 incidenten werden geregistreerd, werden er in dezelfde periode in 2023, direct na de aanslagen van 7 oktober, 827 incidenten geregistreerd.

Een alarmerende toename van antisemitische incidenten werd ook geregistreerd in Italië, waar het "Center of Contemporary Jewish Documentation" 877 incidenten registreerde in 2024, vergeleken met 454 in 2023.

Een gematigde toename van antisemitische incidenten werd geregistreerd in de Verenigde Staten. In New York, de grootste Joodse stad ter wereld, registreerde de politie in 2024 344 klachten over antisemitische incidenten, vergeleken met 325 in 2023 en 264 in 2022. Terwijl er tussen oktober en december 2024 in New York 68 incidenten plaatsvonden, waren dat er in dezelfde periode in 2023 159.

In Chicago, de thuisbasis van de op twee na grootste Joodse bevolking van de Verenigde Staten, registreerde de politie 79 incidenten, vergeleken met 50 in 2023, in Denver 32 vergeleken met 9, en in Austin 15 vergeleken met 6. In een aantal andere steden in de Verenigde Staten daalde het aantal incidenten echter.

Ook in Canada nam het aantal incidenten toe. De organisatie "B'nai Brith" registreerde een recordaantal van 6.219 antisemitische incidenten, vergeleken met 5.791 in 2023 (en 2.769 in 2022). Toch werden ook in Canada de hoogste niveaus van antisemitisme geregistreerd direct na de aanslagen van 7 oktober. Waar het aantal incidenten in oktober 2023 nog 601 bedroeg, daalde het een jaar later tot 427.

Ook in Argentinië, Zwitserland, Brazilië en Spanje werd een stijging van het totale aantal incidenten in 2024 ten opzichte van 2023 waargenomen.

In verschillende landen met een grote Joodse bevolking werd een daling van het aantal antisemitische incidenten in 2024 ten opzichte van 2023 waargenomen. In Frankrijk werden in 2024 1.570 antisemitische incidenten geregistreerd, vergeleken met 1.676 in 2023 (in 2022 werden 436 incidenten geregistreerd). Toch zag Frankrijk een toename in het aantal fysieke aanvallen op Joden – van 85 in 2023 naar 106 in 2024. Waar Frankrijk direct na de aanslag van 7 oktober, in oktober 2023, 563 incidenten telde, bedroeg het aantal incidenten in dezelfde maand in 2024 157.

In het Verenigd Koninkrijk werden in 2024 3528 incidenten geregistreerd, vergeleken met 4103 in 2023. In 2022 werden 1662 incidenten geregistreerd. Waar er in oktober 2023 1389 werden geregistreerd, werden er in oktober 2024 310 incidenten geregistreerd.

In Duitsland werden in 2024 5177 incidenten geregistreerd, vergeleken met 5671 in 2023. In 2022 werden 2811 incidenten geregistreerd. Terwijl er in Duitsland tussen oktober en december 2023 3163 incidenten plaatsvonden, waren er in dezelfde periode in 2024 671 incidenten.

De omverwerping van de transnationale Atlantische alliantie. De Verenigde Staten, ooit de spil van de wereldwijde, op regels gebaseerde orde, destabiliseren die orde nu zelf.”

Het ​​rapport gaat ook in op de controverse die in maart 2025 ontstond toen vooraanstaande Europese Joodse leiders een conferentie boycotten die was georganiseerd door het Ministerie van Diasporazaken nadat leiders van extreemrechtse partijen waren uitgenodigd.

Volgens prof. Shavit: “Het Ministerie van Diasporazaken is gratuit. De minister die het leidt, mist ervaring of historische diepgang, en Joodse leiders doen er verstandig aan afstand van hem te houden. Het is echter belangrijk om universele en duidelijke normen vast te stellen voor de relaties van Israël en Joodse organisaties met partijen en leiders met een antisemitisch verleden. Het doel moet zijn hen een kans te geven om te veranderen. We stellen twee criteria voor legitimatie voor: Partijleiders moeten elk lid, ongeacht hun leeftijd, die antisemitische of racistische opvattingen heeft geuit en deze niet heeft ingetrokken, verwijderen en ze moeten antisemitische of racistische verhalen ondubbelzinnig verwerpen. Bovendien moeten ze hun toewijding aan de strijd tegen antisemitisme en racisme gedurende ten minste twee verkiezingscycli bewijzen.”

Een studie, gepubliceerd in het rapport en uitgevoerd door Avi Teich, onderzocht het werk van wetshandhavingsinstanties in New York, Chicago, Toronto en Londen tussen 2021 en 2023 en concludeerde dat slechts een verwaarloosbaar percentage van de klachten over antisemitische haatmisdrijven – in sommige gevallen minder dan 10% – tot arrestaties leidde.

Volgens Dr. Carl Yonker, senior onderzoeker bij het Center for the Study of Contemporary European Jewry en academisch directeur van het Irwin Cotler Institute: "Er zijn unieke moeilijkheden bij het identificeren van daders van haatmisdrijven, waaronder het gebrek aan forensisch bewijs bij incidenten waarbij geen sprake is van fysiek geweld. Sommige antisemitische incidenten vormen een bijzondere uitdaging voor wetshandhavers, omdat daders zinnen gebruiken waarvan de werkelijke betekenis alleen begrepen kan worden door degenen die goed geïnformeerd zijn over hun taalgebruik. Desondanks kan er veel meer gedaan worden als de wil er is. Voorlichting en wetgeving zonder handhaving zijn zinloos. De strijd tegen antisemitisme vereist toegewijde inspanningen van politie en officieren van justitie, niet pompeuze uitspraken en groteske prijsuitreikingen met Hollywoodsterren."

Een project in het rapport, getiteld "It Happened One Day", presenteert de getuigenissen van Joden die schade hebben geleden door antisemitische incidenten in de Verenigde Staten, Canada, het Verenigd Koninkrijk en Zuid-Afrika. De beschreven incidenten omvatten brandstichting, het tekenen van swastika's, fysieke aanvallen en verbale agressie. "We wilden de zware emotionele tol laten zien van incidenten die ten onrechte als 'klein' worden geclassificeerd", aldus projectredacteur Noah Abrahams. Het rapport dringt er bij wetshandhavingsinstanties wereldwijd op aan te erkennen dat zelfs antisemitische incidenten zoals het gooien van eieren naar voorbijgangers het veiligheidsgevoel van de aangevallenen en hun gemeenschappen ernstig ondermijnen en hun fundamentele recht op gelijkheid en waardigheid schenden.

Een unieke studie in het rapport analyseert de prominente antisemitische elementen in een fictieroman, "The Thorn and the Carnation", geschreven door Yahya Sinwar, het brein achter de aanslag van 7 oktober, terwijl hij in een Israëlische gevangenis zat. Sinwars boek wordt in verschillende landen, waaronder het Westen, te koop aangeboden als een kijkje in de geest van een "vrijheidsstrijder". De roman drukt een diepgewortelde haat jegens Joden uit op religieuze gronden en een totalitaire afwijzing van elk vooruitzicht op een vredesakkoord met hen.

Andere studies die in het rapport worden gepubliceerd, zijn onder meer de opkomst van een antisemitische Litouwse politicus tot een "kingmaker"-positie in zijn land, antisemitische propaganda in Pakistan en de export ervan naar anti-hindoeïstische Pakistaanse retoriek, de manier waarop Amerikaanse studentenkranten de oorlog in Gaza belichtten, de houding ten opzichte van antisemitisme binnen de Duitse populistische linkerzijde en Holocaustonderwijs op Nederlandse scholen. Het rapport bevat ook een uitgebreide kritische rondetafeldiscussie met experts over de voor- en nadelen van Holocaustfilms, met de nadruk op Life is Beautiful, Schindler's List en The Brutalist.

Verschillende wereldleiders in de strijd tegen antisemitisme hebben opiniestukken aan het rapport bijgedragen, waarin ze hun werk en de noodzakelijke maatregelen voor vooruitgang beschrijven. Irwin Cotler, die voorheen minister van Justitie en procureur-generaal van Canada was en wereldwijd wordt beschouwd als een van de leiders in de strijd tegen antisemitisme, waarschuwde voor "de intensivering van de 'as van het autoritarisme', bestaande uit Rusland, China en met name Iran." Hij merkte op dat "deze machten samenwerken, strategisch en in harmonie, en de wapenisering van antisemitisme integreren als onderdeel van hun bredere strategie van desinformatie en misinformatie. Ze dragen bij aan het 'antisemitische ecosysteem', dat nu verankerd is binnen de as van het autoritarisme.

Tegelijkertijd zien we een omverwerping van de transnationale Atlantische alliantie. De Verenigde Staten, ooit de spil van de wereldwijde, op regels gebaseerde orde, destabiliseren die orde nu zelf.”

Het ​​rapport gaat ook in op de controverse die in maart 2025 ontstond toen vooraanstaande Europese Joodse leiders een conferentie boycotten die was georganiseerd door het Ministerie van Diasporazaken nadat leiders van extreemrechtse partijen waren uitgenodigd.

Volgens prof. Shavit: “Het Ministerie van Diasporazaken is gratuit. De minister die het leidt, mist ervaring of historische diepgang, en Joodse leiders doen er verstandig aan afstand van hem te houden. Het is echter belangrijk om universele en duidelijke normen vast te stellen voor de relaties van Israël en Joodse organisaties met partijen en leiders met een antisemitisch verleden. Het doel moet zijn hen een kans te geven om te veranderen. We stellen twee criteria voor legitimatie voor: Partijleiders moeten elk lid, ongeacht hun leeftijd, die antisemitische of racistische opvattingen heeft geuit en deze niet heeft ingetrokken, verwijderen en ze moeten antisemitische of racistische verhalen ondubbelzinnig verwerpen.

Bovendien moeten ze hun toewijding aan de strijd tegen antisemitisme en racisme gedurende ten minste twee verkiezingscycli bewijzen.”