Screenshot YouTube
Het vereist tegenwoordig moed van Joden in Europa de pers te woord te staan. Diep treurig, maar het is de realiteit. Toch klinken in Zürich Joodse stemmen, en wel onder eigen naam met foto, nog geen week na de vreselijke moordaanslag op een 50-jarige orthodoxe Jood.
Onder de sprekende kop “Wij zijn er, we blijven er, wij zullen ons niet verstoppen” komen in de Neue Zürcher Zeitung (NN) vijf Joodse inwoners van de plaats van de bijna dodelijke steekpartij aan het woord. De onderkop is even veelzeggend: “Tussen angst en verzet: stemmen uit een geschokte gemeenschap”. Die telt in Zürich tussen 6000 en 7000 Joden op een landelijk totaal van rond 18.000.
Dankzij de moed van drie jonge mannen kon de dader van de mesaanval, een 15-jarige knaap met dubbele nationaliteit (Zwitsers-Tunesisch), worden overmeesterd en overleefde zijn slachtoffer de terreurdaad. Daarvan is immers klip en klaar sprake als een moordaanslag wordt gepleegd met de woorden: “Ik ben Zwitser. Ik ben moslim. Ik ben hier om Joden te doden.”
Startup-ondernemer Cédric Bollag vernam via Whatsapp van de gruweldaad. Zo deed die snel de ronde. Het was beangstigend. “Ik ben in de buurt van de plaats van de misdaad opgegroeid en ben daar vaak onderweg. Je vraagt je af: Waar ben ik nog veilig?” Die verontrustende vraag kent ook de handelaar in levensmiddelen, Baruch Strauss. “Je voelt je plotseling onzeker, je moet je ogen openhouden.” Afgelopen zondag keek Strauss op straat regelmatig om. “Dat doe ik anders nooit.”
Natuurlijk leidde de steekpartij in de veelkleurige Joodse gemeenschap van Zürich tot uiteenlopende reacties. Van vertrouwen in de politie en autoriteiten tot discussies over gewapende zelfverdediging. Eén ding is duidelijk: de schok in het schijnbaar veilige Zürich zit diep bij de Joodse inwoners.
Dat beaamt ook Zoltan Balkanmyi, rector van Noam, een Joodse school. Hij zegt onomwonden: “Deze aanslag is een breuk in de geschiedenis van onze gemeenschap.” Het slachtoffer werd juist doelwit vanwege zijn Joodse identiteit. “Het is gevaarlijk geworden om als Joods herkenbaar te zijn.”
Een identieke reflectie geeft de advocate Sarah Drukarch. In de tram las ze deze week op een Israëlische nieuwsapp. Plotseling keek zij om zich heen. Zou iemand het Hebreeuws zien en dat als een provocatie opvatten? “Ik was zelf geschokt dat ik me zulke vragen stelde, hier, in de stad waar ik ben opgegroeid.”
De verhoogde veiligheidsmaatregelen voor Joodse instellingen in Zürich geven de gemeenschap een dubbel gevoel: veiligheid én hoe weinig vanzelfsprekend veiligheid vandaag is. Rabbijn Noam Hertig noemt het een dilemma. Extra waakzaamheid is voor alle Joden in Zürich nu een bittere noodzaak. Hij moet er niet aan denken dat de dader van de moordaanslag zijn plan had volvoerd en eerst naar de synagoge was gelopen… Tegelijkertijd “dienen we absoluut door te gaan”, weert zich de rabbijn. “Wij moeten ons niet laten intimideren. Anders hebben de terroristen hun doel bereikt.” Al in de middeleeuwen zijn Joden uit Zürich verdreven, vult Hertig aan, “maar we zijn teruggekeerd”. Zijn boodschap luidt dan ook: “Wij gaan hier niet zo snel vandaan.”
Deze moed wordt ook gevoed door hoop. Die klinkt even goed door in de Joodse stemmen uit Zürich. Jurist Sarah Drukarch vindt het hoopvol dat voorbijgangers de aangevallen Joodse stadgenoot direct te hulp zijn geschoten. “Dat is helaas niet vanzelfsprekend – en een groot lichtpunt.” Rabbijn Noam Hertig benadrukt daarbij dat het Joodse volk ondanks alle onderdrukking en ondervonden verschrikkingen de hoop niet heeft verloren. “En die verliezen we ook nu niet.” Een specifiek Joods kenmerk in zijn ogen.
Handelaar Baruch Strauss valt de rabbijn onverschrokken bij: “Wij zijn er, we blijven er, we zullen ons niet verstoppen." " Op zaterdag ga ik zoals altijd de straat op, trots, in Joodse kledij en met mijn bonthoed.”
Bas Belder, historicus
Comments